Huishoudelijk reglement

Bestuursbesluit van 1 november 2007.
Besluit Algemene Ledenvergadering van 7 maart 2008.
Datum inwerkingtreding 1 april 2008.
Laatste herziening n.a.v. ALV 7 maart 2023
Reglement Zichtbaarheid op het water (art 3.1 t/m 3.4)

Dit reglement vormt een nadere uitwerking van en een aanvulling op de Statuten van Roeivereniging De Krom (akte verleden op 10 september 2012). In artikel 24 van de Statuten is de mogelijkheid tot het vaststellen van een Huishoudelijk reglement vastgelegd.

1 Lidmaatschap (art 1.1 t/m 1.6)
1.1 Aanmelding
Aanmelding voor het lidmaatschap geschiedt bij de secretaris. Men wordt lid door het invullen van een daartoe door de vereniging verstrekt inschrijfformulier dat door betrokkene of, in geval van minderjarigheid, door diens wettelijke vertegenwoordiger moet worden ondertekend en verstuurd naar de secretaris. Na acceptatie vormt het bewijs van betaling van het inschrijfgeld en de jaarlijkse contributie tevens het bewijs van het lidmaatschap van de vereniging.

1.2 Adreswijziging
Leden dienen de secretaris, schriftelijk of per e-mail, op de hoogte te stellen van een wijziging van het post- en/of e-mail adres.

1.3 Opzegging
Artikel 8 lid 3 van de Statuten. “Opzegging van het lidmaatschap door het lid of door de vereniging kan slechts geschieden tegen het einde van een verenigingsjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken. Echter kan het lidmaatschap onmiddellijk worden beëindigd indien het Dopingreglement wordt overtreden of van de vereniging of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.”
In aanvulling op en ter uitwerking van art.8 lid 3 van de Statuten dient opzegging in alle gevallen schriftelijke te geschieden.

1.4 Minimum leeftijd
Als minimum leeftijd voor het lidmaatschap wordt 12 jaar aangehouden.

1.5 Aspirant-leden
Alvorens te besluiten lid te worden van de vereniging mogen aspirant-leden, onder begeleiding van een mentor, lid van de vereniging, twee maal gebruik maken van de roeifaciliteiten.

1.6 Introducés
Elk lid heeft het recht van introductie. Een en dezelfde persoon mag twee maal per jaar geïntroduceerd worden. De namen van de introducés moeten in het in de loods aanwezige afschrijfboek genoteerd worden. Elk lid is verantwoordelijk voor de gedragingen van zijn introducés.

2 Contributie (art 2.1 t/m 2.7)
2.1 Verenigingsjaar
Artikel 16 lid 1 van de Statuten. “Het verenigingsjaar loopt van één januari tot en met éénendertig december.”

2.2 Vaststelling contributie
De Algemene Leden Vergadering stelt jaarlijks het bedrag van de contributie voor het lopende verenigingsjaar vast.

2.3 Jeugdleden en junioren
De contributie voor jeugd- en juniorenleden, dit zijn leden in de leeftijd van twaalf tot en met zeventien jaar op de peildatum van één januari, bedraagt 50% van de contributie per verenigingsjaar.

2.4 Ereleden van RV De Krom
Ereleden van RV De Krom zijn vrijgesteld van contributie.

2.5 Begunstigers en Honorair Begunstigers
Begunstigers/Donateurs betalen jaarlijks een minimaal door de Algemene Leden Vergadering te bepalen bedrag. Begunstigers kunnen zijn natuurlijke personen of rechtspersonen. Honorair begunstigers zijn vrijgesteld van deze verplichting. Honorair begunstigers kunnen zijn natuurlijke personen of rechtspersonen. In uitwerking van artikel 6 lid 3 van de Statuten, eindigt het begunstigerschap van de honorair begunstiger door het overlijden/ faillissement van de begunstiger, opzegging door de begunstiger en opzegging namens de vereniging na een besluit daartoe van de ALV.

2.6 Contributie bij aanmelding in de loop van het jaar
Een lid dat zich in de loop van het jaar heeft aangemeld, betaalt, gerekend vanaf de datum van inschrijving, over het resterende deel van het jaar een evenredig deel van de jaarcontributie.

2.7 Betaling en betalingstermijn
Betaling van de contributie dient te geschieden binnen een maand na verzending van de contributienota.
Indien deze termijn is verstreken, zonder dat betaling van het verschuldigde bedrag heeft plaatsgevonden, kan het verschuldigde bedrag worden verhoogd met EUR 2,50 per maand wegens extra administratiekosten. Eventuele incassokosten zullen bij het in gebreke zijnde lid in rekening worden gebracht.

3 Zichtbaarheid op het water en Clubkleding
3.1 Zichtbaarheid op het water
Overeenkomstig de richtlijn van de KNRB is de roeivereniging verplicht om zorg te dragen voor de zichtbaarheid van haar leden op het water.
Om de zichtbaarheid van roeiers te vergroten is het dragen van High Visibility (Hi-Vis) of lichtgekleurde of witte kleding verplicht.
Voor de leden zijn de onderstaande gedragingen van toepassing:
– Skiff – roeiers, slag- en boegroeiers en stuurlieden dragen tijdens het
varen voor eenieder die zich op het water bevindt en in alle
omstandigheden goed zichtbare kleding.
– Wanneer de eigen kleding van de roeier of stuur niet voldoet aan het
voorgaande, draagt het betreffende lid een Hi-Vis veiligheidshesje over de
kleding, dat ter beschikking wordt gesteld door de vereniging.

3.2 Clubkleding
Tijdens wedstrijden en tijdens toertochten elders in het land is het dragen van de officiële roeikleding in principe verplicht. Bij ontvangst van groepen gastroeiers wordt het dragen van clubkleding warm aanbevolen.

4 Zelfwerkzaamheid
Aangezien de hulp van de leden voor het goed functioneren van de vereniging absoluut onontbeerlijk is, wordt van elk lid verwacht dat hij/zij jaarlijks enige tijd ter beschikking stelt voor werkzaamheden voor de vereniging.
Deze werkzaamheden kunnen bestaan uit het actief meehelpen in de verschillende commissies; het geven van instructie; het helpen met het onderhoud van boten en/of het terrein; het verrichten van bardiensten etc.
De Algemene Leden Vergadering kan het jaarlijks te besteden uren per lid vaststellen.

5 Reglement Omgangsvormen (art 4.1 t/m 4.7)
5.1 Veiligheid, gezondheid en respectvolle omgangsvormen
Roeivereniging ‘De Krom’ rekent de zorg voor de veiligheid, gezondheid en welzijn van leden, coaches en anderen die verbonden zijn aan haar vereniging tot één van haar kerntaken.
Een belangrijk aspect van welzijn en gezondheid zijn respectvolle omgangsvormen, respectievelijk het voorkómen van ongewenste omgangsvormen. Dat vraagt om om een gezamenlijke inspanning van alle leden tezamen, waarbij iedereen binnen de vereniging zijn/haar eigen verantwoordelijkheid dient te nemen. Leidraad voor respectvolle omgangsvormen zijn de gedragsregels van NOC*NSF en die van de KNRB.

5.2 Ongewenste omgangsvormen
Onder ongewenste omgangsvormen worden onder meer, maar niet uitsluitend, verstaan seksuele intimidatie, agressie en (verbaal) geweld, pesten en discriminatie.

5.3 Beleidsverklaring bestuur
Het bestuur richt zich op de bevordering van een sfeer binnen de vereniging waarin ongewenste omgangsvormen worden tegengegaan. Het bestuur is gehouden dergelijke gedragingen te voorkomen en om daartegen gepaste maatregelen te nemen. Mogelijke gevallen van ongewenste omgangsvormen zullen snel, grondig en met inachtneming van de privacy van betrokkenen worden onderzocht.
Daarbij past een regeling voor het aanstellen voor het aanstellen van een vertrouwenscontactpersoon binnen de vereniging (VCP).
Als eerste stap worden de direct betrokkenen geïnformeerd. Wanneer het mogelijk om strafbare feiten gaat, worden betrokkenen gewezen op de mogelijkheid van het doen van aangifte bij de politie, welke mogelijkheid het bestuur in voorkomende gevallen eveneens heeft. Tevens bestaat de mogelijkheid er melding van te maken bij het bestuur van de KNRB, al dan niet via de VCP van de KNRB. Tevens stelt het bestuur zich tot doel om uitsluitend sportbegeleiders van onbesproken bedrag aan te trekken waarbij het bestuur zich rekenschap geeft van de vijf stappen die het NOC*NSF ter zake adviseert (https://knrb.nl/veiligheid/sociale-veiligheid/).

5.4 Vertrouwenspersoon
De Vertrouwenscontactpersoon (VCP) kan door elk lid of elke begeleider die met ongewenste omgangsvormen te maken krijgt worden ingeschakeld. Na de benoeming door het bestuur wordt de naam van de VCP bekend gemaakt op het mededelingenbord en de website van de vereniging.
Heeft de vereniging geen VCP dan kan direct doorverwezen worden naar de VCP van de KNRB.
De VCP draagt zorg voor de opvang van leden die te maken hebben (gehad) met ongewenste omgangsvormen. De VCP is in principe gehouden aan geheimhouding. De VCP doet niets zonder dat het lid dit wil en gaat in vertrouwen met de informatie om, hetzij er acuut gevaar dreigt voor de veiligheid van anderen. De VCP heeft de plicht zijn geheimhouding te doorbreken bij strafrechtelijke zaken of indien een minderjarige in het geding is.

De taken van de CVP zijn:
– Hulpverlening aan de klager/klaagster
– Samen met de melder analyseren wat er aan de hand is en wat er aan te doen.
– Zoeken naar een informele oplossing, bijvoorbeeld bemiddeling.
– Adviseren over het indienen van een formele interne klacht bij
(de voorzitter van) het bestuur of het doen van een anonieme melding
bij het verenigingsbestuur en in geval van seksuele intimidatie of seksueel
overschrijdend gedrag ook bij KNRB-VCP of bestuur.
– Nagaan of er een procedure richting Tuchtrechtspraak of strafrechtspraak
ingezet kan of moet worden. – Eventueel verwijzen naar professionele
hulpverlening.
– Nazorg geven. Als vertrouwenscontactpersoon voor de vereniging treden op
(zie Overzicht commissies en taken). Hun contactgegevens worden binnen
de vereniging bekend gemaakt via het mededelingenbord, het verenigings-
tijdschrift en het openbare deel van de website.
Deze personen hebben kennis genomen van het binnen de vereniging
vastgestelde Verenigingsreglement
Ongewenste Omgangsvormen, Gedragsregels van NOC*NSF en overige
relevante regelingen en zij zijn vanaf de bekendmaking voor deze rol als VCP
beschikbaar voor leden.

5.5 Meldplicht
De plicht om misstanden met betrekking tot ongewenste omgangsvormen te melden wordt actief uitgedragen en gecommuniceerd. Zodra een lid van het bestuur vermoedens heeft van een situatie waarin sprake is of is geweest van seksuele intimidatie of seksueel misbruik, is hij of zij verplicht dit bij de KNRB te melden. Wanneer begeleiders hiervan iets weten, zijn zij verplicht dit te melden bij het bestuur van de vereniging. ‘Gewone’ leden krijgen een meldverantwoordelijkheid. Dat houdt in dat als er een vermoeden bestaat van seksuele intimidatie of seksueel misbruik, er melding aan het bestuur moet worden gedaan, tenzij dit van het betreffende lid niet verwacht mag worden.

5.6 Positie van klager en aangeklaagde, sancties en beroepsmogelijkheid
Vanaf het moment dat een klager/klaagster een klacht indient bij het bestuur over ongewenst gedrag is de potentiële beklaagde bekend. Hij/zij moet, ongeacht de aard en ernst van de klacht, kunnen rekenen op een zorgvuldige en respectvolle behandeling door de vereniging. De vereniging hanteert als uitgangspunt dat de klacht snel, grondig en zorgvuldig wordt onderzocht, waarbij hoor en wederhoor worden toegepast. Bij schuldig bevinding besluit het bestuur over passende disciplinaire maatregelen.

5.7 Verantwoording naar bestuur en Algemene ledenvergadering
Het bestuur van de vereniging overlegt eenmaal per jaar met de vertrouwenscontactpersoon/-personen over hun algemene ervaringen met de omgangsvormen binnen de vereniging en over eventueel te nemen preventieve maatregelen. Het bestuur informeert de Algemene Leden Vergadering jaarlijks over de stand van zaken, en over eventueel te wijzigen beleid. Het bestuur van de vereniging meldt gevallen van grensoverschrijdend gedrag aan het bestuur van de KNRB volgens de meldcode van NOC*NSF. Indien een lid van de vereniging geschorst of geroyeerd wordt, of een tuchtrechtelijke straf krijgt opgelegd, moet dit via de ledenadministratie met de KNRB worden gedeeld. Als betrokkene zich bij een ander vereniging binnen de KNRB of, indien bekend, zich bij een andere sportbond als lid aanmeldt, dient de KNRB de betrokken vereniging en/of sportbond te informeren over de eerder opgelegde sanctie, zodat betrokkene zich niet zonder meer opnieuw als lid kan inschrijven.

6 Loods- en Roeireglement
Het Loods- en Roeireglement, vast te stellen door het bestuur, geeft voorschriften betreffende het gebruik van de loods, het botenmateriaal en het terrein van de vereniging.

7 Aansprakelijkheid (art 7.1 t/m 7.5)
7.1 Roeien op eigen gezag en risico
De leden van de vereniging nemen op eigen gezag en risico deel aan het bevaren van de vaarwateren tijdens het roeien en ondernemen als zodanig een zelfstandige vaarreis.

7.2 Materiële schade aan eigendommen van de vereniging
Elk lid dient de schade, die hij/zij heeft veroorzaakt of die door zijn/ haar introducé is veroorzaakt aan eigendommen van de vereniging of aan de eigendommen die de vereniging van anderen in gebruik heeft, te melden.

7.3 Materiële of letselschade aan derden
De vereniging is niet aansprakelijk voor schade of letsel die door leden aan derden is toegebracht.

7.4 Eigendommen van leden
De vereniging draagt geen verantwoordelijkheid voor eigendommen van leden en derden.

7.5 Medische keuring
Het actief beoefenen van een sport, en dus ook de roeisport, brengt bepaalde medische risico’s met zich mee.
Roeiers die aan wedstrijden deelnemen, wordt dringend geadviseerd zich, voor hun eerste wedstrijd en vervolgens periodiek, medisch te laten keuren. Een richtlijn voor deze keuring zal door de bondsarts worden vastgesteld en op de KNRB-website worden gepubliceerd.
Het bestuur is daarnaast van mening dat het actief beoefenen van de roeisport, ook in recreatief verband, bepaalde medische risico’s met zich meebrengt en adviseert de leden, dus ook degenen die niet aan wedstrijden deelnemen, om zich periodiek medisch te laten keuren.

8 Zittingstermijn bestuursleden
Uitgangspunt is dat bestuursleden voor maximaal twee periodes van drie jaar worden benoemd.

9 Slotbepalingen (art 9.1 t/m 9.3)
9.1 In alle gevallen, waarin de Statuten, het Huishoudelijk reglement en het Loods- en Roeireglement niet voorzien, beslist het bestuur naar maatstaven van behoorlijk bestuur.

9.2 In die gevallen dat strikte toepassing van de Statuten, het Huishoudelijk reglement en het Loods- en Roeireglement voor een lid tot een onredelijke of onbillijke situatie leidt of in strijd is met de belangen van de vereniging, is het bestuur bevoegd daarvan af te wijken.

9.3 De leden worden geacht bekend te zijn met de bepalingen van de Statuten, het Huishoudelijk Reglement en het Loods- en Roeireglement, zoals weergegeven op de website van de roeivereniging.