voorbeeld roeiprogramma

A Inroeien
Eerst ca. vijf minuten (bijvoorbeeld tot de eerste brede bocht richting Nieuwerbrug) gewoon inroeien in een makkelijke kracht, voor de gewenning aan de boot en aan elkaar. Geen oefeningen, geen variaties, geen correcties. Gewoon met het maken van hele halen warm worden.

B Afwisselen in slidinglengte, kracht, draaien van het blad
light paddle ongeclipt 10 halen vaste bank
10 halen halve sliding
10 halen driekwart sliding
10 halen hele sliding
light paddle geclipt
zelfde 4 x 10 halen
halve kracht ongeclipt zelfde 4 x 10 halen
halve kracht geclipt
zelfde 4 x 10 halen
strong paddle
in 80% de hele procedure nog een keer
Dit is dus totaal 240 halen, waarbij gelet is op de lengte van de rugzwaai in
de haal, het snelle omkeren na het oprijden en de goede verticale uitzet.

C Stops
In halve kracht
10 x elke derde haal stop in de finishhouding (eerste stop)
10 x elke derde haal stop na het wegzetten (tweede stop)
10 x elke derde haal stop na het inbuigen (derde stop)
10 x elke derde haal stop op halve sliding (vierde stop)
Vooral de oefening “derde stop” mag veel gedaan worden. Let op de goede lichaamshouding en de evenwijdigheid van de riemen in de stoppositie.

D Krachtwisselingen
Deze zijn met name bedoeld om de gelijkheid te bevorderen.
Bijvoorbeeld:
-5 halen light paddle, 5 halen halve kracht, 5 halen strong
-10 halen light paddle, 10 halen halve kracht, 10 halen strong
-5 halen light, in 5 halen klimmen naar strong, 5 halen strong
-deze series 5 tot 10 keer herhalen
-verder zelf andere “bobbeltjes” verzinnen
-“10 kleine negertjes; 1 light,1 strong…2 light, 2 strong…enz
Na dit programma kan een wedstrijdploeg bijvoorbeeld overgaan tot het
belastend deel van de training. Recreatie roeiers kunnen meer relaxed
‘gewoon doorroeien’.